De zeehondenvrouw

Verhalen leven overal. Maar op een eiland liggen de woorden onder iedere steen en spoelen aan bij elke golf. Het meest bekende verhaal van de Faeröer Eilanden is die over de Zeehondenvrouw, Kópakonan. Er staat een standbeeld van haar in het dorp waar het verhaal zich afspeelde, daar heb ik de foto genomen.

Er wordt geloofd dat zeehonden mensen zijn, die vrijwillig de dood hebben gezocht in de oceaan. Eén keer per jaar, op de 13e nacht, was het geoorloofd om aan land te komen, hun huid af te strippen en zich te gedragen als mensen door te dansen en plezier te maken.

Een jonge boer uit het dorpje Mikladalur op het noordelijke eiland Kalsoy, vroeg zich af of dit verhaal waar was. Hij ging naar het strand en wachtte daar op de 13e avond. Hij keek en zag de zeehonden aan komen zwemmen naar de kust. Ze klommen op het strand, wierpen hun huid af en legden deze voorzichtig op de rotsen. Zonder hun huid, leken het net gewone mensen. De jongen staarde naar een mooi zeehondenmeisje, die haar huid dicht bij de plek neerlegde waar hij zich verstopt had. Toen het dansen begon, kwam hij uit zijn schuilplaats en stal de huid van het zeehondenmeisje. Het dansen en plezier maken ging de hele nacht door, maar zodra de zon boven de horizon uitpiepte kwam iedereen terug, trok hun zeehondenhuid weer aan en keerden terug naar zee.

Het zeehondenmeisje was behoorlijk overstuur toen ze haar huid niet kon vinden, terwijl ze de geur ervan kon ruiken. En toen kwam de jonge man uit Mikladalur tevoorschijn met de huid, maar wilde deze niet aan haar teruggeven, ondanks haar wanhopige smeekbedes. Dus was ze verplicht om met hem mee te gaan naar zijn boerderij. Hij heeft haar vele jaren bij zich gehouden en ze hebben meerdere kinderen gekregen. Maar hij heeft altijd in de gaten moeten houden dat ze niet bij haar zeehondenhuid kon komen. Hij bewaarde de huid in een kist, waar hij alleen de sleutel van had, een sleutel die hij altijd bij zich droeg aan een ketting om zijn riem.

Op een dag, terwijl hij op zee aan het vissen was met zijn metgezellen, besefte hij dat hij de sleutel thuisgelaten had. Hij riep naar zijn metgezellen: ‘Vandaag zal ik mijn vrouw verliezen!’ En hij vertelde hun wat er gebeurd was. De mannen trokken hun netten naar binnen en zo snel als ze konden roeiden ze terug naar de kust. Maar toen ze terug op de boerderij waren, zagen ze daar alleen de kinderen, hun moeder was er niet. Hun vader wist dat ze niet terug zou komen, ze had het vuur uitgedaan en alle messen waren weg, zodat de kinderen zichzelf niet pijn konden doen nadat zij vertrokken was.

En inderdaad, toen ze de kust had bereikt, trok ze haar zeehondenhuid aan en plonsde in het water waar een mannelijke zeehond, die van haar hield en al die jaren op haar had gewacht naast haar kwam zwemmen. Toen haar kinderen, die ze samen met de man uit Mikladalur had, naar het strand kwamen, verscheen er een zeehond die naar het land keek. De mensen geloofden natuurlijk dat dat de moeder van de kinderen was. Zo gingen er vele jaren voorbij…

Toen op een dag gebeurde het dat de man uit Mikladalur besloot om diep in de grotten langs de kust te gaan jagen op zeehonden. De avond voordat hij wilde gaan, verscheen zijn zeehondenvrouw in een droom aan hem en zei dat als hij zou gaan jagen op zeehonden in de grotten, hij moest beloven dat hij de grote zeehond niet zou doden, die voor de ingang van de grot lag, want dat was haar man. Hij moest ook beloven om de twee jonge zeehonden, die diep in de grot lagen, geen pijn te doen. Dit waren haar twee jonge zonen, en ze beschreef hun huid nauwkeurig zodat hij ze zou herkennen. Maar de man schonk geen aandacht aan de boodschap in zijn droom. Hij ging samen met anderen op jacht, en ze doodden alle zeehonden die ze te pakken konden krijgen. Toen ze weer terug op de boerderij waren, werd de vangst verdeeld en voor zijn bijdrage ontving de boer de grote zeehond en de voor- en achterflippers van de jonge pups.

‘s Avonds, toen de kop van de grote zeehond en de ledematen van de kleine zeehonden klaargemaakt werden voor het diner, was er plotseling een grote flits in de ruimte. De zeehondenvrouw verscheen in de gedaante van een angstaanjagende trol. Ze snoof naar het eten in de troggen en schreeuwde een vloek uit: Hier ligt het hoofd van mijn echtgenoot met zijn brede neusgaten en de hand van Hárek en de voet van Fredrik! Nu zal er wraak zijn, wraak voor de mannen van Mikladalur: sommigen zullen sterven op zee en anderen zullen van de kliffen te pletter vallen, tot er zoveel gestorven zijn dat ze elkaar de hand kunnen geven helemaal rondom de kusten van het eiland Kalsoy!

Nadat ze deze woorden had gesproken, verdween ze met een grote donderslag en ze werd nooit meer gezien. Tot aan de dag van vandaag gebeurt het helaas nog regelmatig dat mannen van het dorpje Mikladalur in zee verdrinken of van de rotsen vallen. Er moet gevreesd worden dat het aantal slachtoffers nog niet groot genoeg is voor alle doden om elkaar de hand te geven rond de omtrek van het eiland Kalsoy…

Volgende
Volgende

Het mistige eiland